Huizen en zo
Niet alle huizen in het dorp zullen hebben beantwoord aan de eisen die de woningwet van 1901 stelt. Sterker, er zullen niet zoveel woningen wél comfortabel en gezond zijn geweest. De gemeente dient er op toe te zien dat de huizen voldoen aan de wet. In een arme streek als Maas en Waal en in een dorp als Puiflijk betekent dat, dat veel huizen onbewoonbaar moeten worden verklaard en er nieuwe moeten worden gebouwd. De gemeente Druten heeft daar niet zo’n haast mee, er zijn nogal wat krotten en hutten. Pas in december 1915 wordt in Puiflijk een huis aan de Slootsestraat (sectie A no. 279) onbewoonbaar verklaard, wordt er een bord op gespijkerd en dient de bewoner het huis binnen vijf maanden te verlaten. Maar waar moet je heen?6
In 1916 bouwt de gemeente maar vier arbeiderswoningen en die komen dan ook nog in Druten en Deest. Van Amstel uit Afferden en Van der Zandt uit Puiflijk willen dat de ‘Vereeniging Volkshuisvesting Druten’ ook in hun dorpen dat soort woningen bouwt. Maar de vereniging krijgt een voorschot van hoogstens f 16.000,- met de nodige regels. Er moet worden verzekerd, er mogen geen buitenlandse bakstenen worden gebruikt en er mag een huur worden geheven van f 1.50 per week. En als ze iets willen, moet de gemeente eerst toestemming geven. Die heeft een allesbepalende vinger in de pap.7 Uiteindelijk bouwt de gemeente aan de Slootstestraat in de jaren ’20 een aantal sociale woningen.
In de nieuwe huizen hebben de slaapkamers ramen, zodat er frisse lucht binnen kan en is er een aparte keuken. Of het ook om gezondheidsredenen is, staat niet vast, maar in dezelfde tijd is er een verordening dat roken voor de jeugd onder de 15 jaar verbiedt op straffe van een boete van hoogstens f 10, voor het kind en als een volwassene tabak aan een minderjarige aanbiedt, kan hij een straf van ten hoogste 3 dagen of f 10,- tegemoet zien.8
Het zou mooi zijn als er ook elektrisch licht kon worden aangelegd, net als in Druten. Maar alleen de kabel van Druten naar Puiflijk kost al f 7.000,- en dan hebben we het nog niet over een transformatorhuisje en de huisaansluitingen of openbare lantaarns. Nee, vindt het gemeentebestuur, het is nog veel te duur. De buitendorpen moeten nog even geduld hebben.9 Natuurlijk laat Van der Zandt het er niet bij zitten. Hij wil een eigen centrale. Hij blijft in de raad op dat aambeeld hameren. Hij krijgt in de vergadering van 19 april 1917 de toezegging dat er een begroting zal worden gemaakt. Voorlopig zullen de mensen op en om de Hucht zich nog moeten behelpen met olie- en gaslampen.
Op 9 juli 1918 wordt besloten om alle dorpen van elektriciteit te voorzien en op 3 april 1919 ligt er een ontwerp voor de elektrificatie van Puiflijk en Afferden. Pas in 1922 is er echter sprake van elektrisch licht in het dorp.10
Hoofdstuk XIV.