Later, toen in de Late IJzertijd (vanaf 800 voor Christus) het houten ploegblad ijzeren beslag kreeg, kon ook zwaardere grand worden bewerkt. Dan vestigen zich ook boeren op en rond de Hucht, omstreeks 250 voor Christus. De bewoners zijn Kelten of mensen die leven volgens de Keltische cultuur. De Kelten horen tot een groot cultuurgebied dat zich uitstrekt van het noorden van Zwitserland en het zuiden van Duitsland over het midden en noorden van Frankrijk naar België en van daar naar Engeland en Ierland. Onze streek ligt aan de noordelijke grens van dat Keltische gebied.
We hebben in ieder geval hun sporen teruggevonden aan de Kerkstraat bij Westerhout en aan de Scharenburg. Bij de Keltische hoeve aan de Kerkstraat3 zijn scherven van aardewerk, glazen armbanden, mantelspelden, een gebakken slingerkogel, een ijzeren dolk en een lanspunt uit de grond tevoorschijn gekomen. In de offerkuil, die aan de Scharenburg is gevonden, troffen de gravers aardewerk, glas, spinklosjes en botten aan. Ze waren geofferd om de goden gunstig te stemmen. De mensen uit die tijd vinden in en om Puiflijk bijna alles wat ze nodig hebben om in leven te blijven. Wat ze over hebben, ruilen ze. Huiden, vlees, gierst of spelt voor zout, glazen armbanden, mantelspelden of ijzeroer.4