Dorpspolder
Spade voor spade, akker voor akker, weide voor weide is de wilde natuur rond de Hucht bedwongen en ontgonnen. Zo is in eeuwen zweten en zwoegen de dorpspolder Puiflijk ontstaan. Het Broek, het Schiplei en de Vissert echter, zijn nog lang woest gebleven. Pas later worden ze ontgonnen door ondernemende boeren onder aantrekkelijk grafelijke voorwaarden, zoals lagere belastingen.4 Otto Nijenberg is, gezien zijn naam, wellicht een van hen. 5 Dat die gronden zoveel later in gebruik zijn genomen, heeft zo haar redenen. Hoewel ze vruchtbaar zijn, liggen die gronden erg laag. Altijd weer, ieder jaar opnieuw, staan die akkers en weiden onder water, maandenlang. Je kon er al die tijd vissen en varen.
Hoe vaak zullen de gelovigen de Heer en al Zijn Heiligen hebben gesmeekt om verschoond te blijven van al dat overtollige water. Getuige de geschiedenis heeft het weinig geholpen. Of de boeren nou Herman van de Poll, Didderic van Os, Udo Pyck, Jan Doller, Otto Nijenberg of Peter Vlugghen heten, of ze nou arm, rijk, edelman, vrije boer, pachter of horige zijn, allemaal hebben ze last van al dat water op hun akkers en weiden rondom de Hucht. 6