En dan de Scharenburg

Ook de Scharenburg, de zijtwende, is eeuwenlang een bron van onrust en onvrede. Als Afferden het water tot aan de lippen staat, het Horssense en Puiflijkse schutlaken niet opengaan of afgedamd zijn, zijn er altijd weer wanhopige boeren uit het bovendorp, die bij nacht en ontij met spa en schop de dwarsdijk doorsteken en het schutlaken vernielen. Tot razernij van de Puiflijkse boeren die al dat bovenwater dan over hun landerijen zien vloeien. Klop- en vechtpartijen zijn het gevolg. Dat is ook weer het geval in 1563 als de dijk weer eens is doorgestoken en is geprobeerd het Horssense schutlaken te vernielen. De daders uit Afferden scheppen er luidruchtig over op dat zij dat gedaan hebben. Vermoedelijk hebben ze er voor moeten boeten, want later zitten er vier inwoners van Afferden opgesloten in het kasteel van Leeuwen, waar Herman van der Poll, de ambtman van Maas en Waal, woont.

Op de Grundewaaij in het noordwesten van de Puiflijkse polder, woont dan Johan Mom, later zal hij ook ambtman worden. Deze Mom schrijft een brief over de eeuwige problemen met het water. 11 Net zo min echter als in 1547, wordt in 1563 het geschil opgelost, want de Maas en Waalse jonkers, die als gerichtsmannen rechtvaardig zouden moeten rechtspreken, hebben nogal last van hun verschillende belangen. De Scharenburg blijft zo nog lang kwetsbaar.


Hoofdstuk IV.