Legaat Van Cooth (1901)
Het was niet alleen meester Van de Geijn die goed onderwijs voor iedereen van groot belang vond, ook de griffier van de Provinciale Staten van Brabant, mr. P.F. van Cooth, was daar van overtuigd. Hij bepaalde bij testament dat alle geld en goederen na zijn dood en die van zijn ‘inniggeliefde echtgenoote’ verdeeld moesten worden over 31 gemeenten van Noord Brabant en Gelderland. Tot de gelukkige horen Druten, Wamel en Wijchen.
Maar er is één maar… het geld en de opbrengst van de huizen en landerijen kunnen niet voor alles worden gebruikt. Nee, meester Van Cooth wil dat ‘de schenkingen in hoofdzaak ten goede zullen komen aan het onderwijs in de kom der gemeente’. 16 Het gaat om veel geld, want de gemeente erft gronden in Everdingen en Echteld, samen zo’n f 31.000,- waard, een eenmalige schenking van f 4.000,- en een-tiende deel van de rest en dat is f 20.000,-. Kennelijk kreeg de ene gemeente meer dan andere.
In de raad zijn dan ook verhitte debatten, want ja, waar is de kom van de gemeente? Voor burgemeester Verheijen is er geen twijfel mogelijk: de kom, de kern van de gemeente, dat is Druten. Van Welie uit Afferden vindt die opvatting onvoorstelbaar. Druten ligt nota bene aan de rand van het gemeentelijk grondgebied. Van der Zandt uit Puiflijk is dat hartgrondig met hem eens en hij gebruikt de gelegenheid om maar meteen geld uit te geven. Hij stelt voor meester Van de Geijn een subsidie uit het legaat te geven om zijn landbouwakte te halen, maar dat voorstel wordt afgewezen. Van der Wielen uit Deest denkt dat ’t Hoog in Afferden de eigenlijke kern van de gemeente is. En wethouder Albers uit Druten heeft nog weer wat andere ideeën . Hij denkt dat de gescheiden kassen het probleem zijn, want daardoor heeft de gemeente eigenlijk nergens geld voor, en al zeker niet voor het onderwijs. Natuurlijk delen andere raadslieden die mening weer niet.
Na veel gehakketak wordt dan toch bij meerderheid besloten het geld van het legaat bij de ‘Algemene Huishouding’ onder te brengen, zodat de centen ten goede komen aan de hele gemeente.17 Meester Van de Geijn haalt zijn landbouwakte uiteindelijk in 1915. En of meester Van de Pol als kind van eenvoudige mensen heeft kunnen studeren dankzij het Legaat, is maar zeer de vraag, want de gemeente is voor dat soort kinderen zelden gul geweest.
Hoofdstuk XIII.