Last en lasten

Keren we terug naar de tijd van de jonge meester Van de Geijn. Een tijd waarin het een en ander verandert. Zo verenigen zich de boeren en in plaats van zelf boter te karnen, laten ze dat doen in het coƶperatieve zuivelfabriekje, dat ze vestigen op de hoek van de Kerkstraat en de Koningsweg. Nog meer nieuwigheid brengt boer Liese op het dorp, want hij heeft zijn weiden omringd met ‘stekeldraad’. Raadslid Van der Zandt spreekt daar in de raad zijn zorgen over uit en hij waarschuwt dat daar ongelukken van komen.6

Het zijn, maar dat is welhaast gebruikelijk, moeilijke tijden voor de boeren en de Protectionistische Landbouwvereniging7 in Utrecht vraagt de gemeente om steun om de boeren te beschermen tegen goedkope invoer uit andere landen. De raad van de gemeente Druten verleent die steun, alleen burgemeester Verheijen en tabakshandelaar Albers zijn tegen, want zij vinden ‘vrijhandel’ de oplossing voor alle problemen.

De protectionistische club vraagt om ‘schraalrecht’ voor tarwe, koolzaad en een iets hoger recht op meel en raapolie, want, zegt de vereniging, dat doen andere landen ook. De steun van de raad zal de boeren op en om de Hucht deugd hebben gedaan, maar of het ze geholpen heeft?8 Zijn het niet de boeren die zwaar worden belast, dan zijn het wel de herbergiers en andere tappers. De raad vindt tenminste, dat ze al zwaar worden belast, daarom moet die f 5,- verhoging voor de vergunning, die de provincie wil heffen, van tafel. Het patentrecht9 mag dan zijn afgeschaft en daar hebben de tappers wel wat voordeel van, maar niet zoveel dat een verhoging van de centen voor een vergunning gerechtvaardigd is, ‘want in deze tijden verdienen de mensen minder, waardoor de arbeider in plaats van in ’t koffiehuis thuis zijn glaasje drinkt’. Bescherm, vindt de raad, de nette koffiehuizen, dan voorkom je drankmisbruik.

Voor orde en rust krijgt Puiflijk in 1895 weer een veldwachter, kan hij gelijk controleren of de ‘herbergiers’ op christelijke feestdagen om 11 uur dicht gaan. Dat moet, want de laatste tijd zijn er ernstige mishandelingen geweest, bedreven in ‘halve dronkenschap’ en ‘hogen opgewondenheid’. Er zijn dan ook verschillende Puiflijkenaren veroordeeld door kantonrechter G. J. van Heijst op het Ambtshuis in Druten.10


Hoofdstuk XIII.