Tabak

Tabak uit de Verenigde Staten of uit ‘ons Indië’ wordt ook niet meer ingevoerd. Maar er is veel vraag naar tabak. De mensen kunnen niet zonder hun dagelijkse portie. En zo staat de Hucht weer vol tabak. Duizenden roken met smaak de inlandse tabak, hoewel ze eigenlijk geschikter is om te pruimen. In de pijp kan ook nog, maar onze tabak is te vet voor de sigaret.

Heb je tabak, dan kun je veel krijgen. Het is een geweldig ruilmiddel. Een pond eigen geteelde tabak, zeg maar amateurtabak, brengt tussen de zestig en tachtig gulden op. Een nieuwe fiets kost tien pond van die inlandse tabak.9 Natuurlijk wordt geprobeerd om de kwaliteit van de Virginia of Sumatraanse tabak te benaderen, maar echt lukken wil dat niet.

Tabak in de Tweede Wereldoorlog.
Heel veel mensen teelden tabak tijdens de oorlog.
Tabaksoogst in 1943. V.l.n.r.: .. . , Bartje Hendriks, Lard Buijs (Bergharen), moeder Hendriks, Marie van Schadewijk en Thé Schiks, de toneelspeler.

Al ritselend scharrelen de dorpelingen de oorlogsjaren door. De kinderen gaan naar school, de jongens bij juffrouw Van de Geijn, meester Pol en meester Van Haren. De kleuters en de meisjes bij de zusters. Maar ook met het onderwijs bemoeit zich de bezetter. De kinderen krijgen andere lestijden, een achtste leerjaar en ze moeten Duits leren.

Cees van de Pol, Jet van de Geijn en Piet van Haren.
Hoofd Piet van Haren leidde de school in de oorlogsjaren.