Ruilverkaveling

Eeuwenlang hebben de streek en bet dorp geworsteld met aartsvijand het water. Nooit lukte het om al dat water kwijt te raken. Altijd weer stond er maandenlang water in het veld op de Lage Bobbert, de Schiplei en de Vissert. Pas na de Tweede Wereldoorlog malen diesels en elektromotoren de streek zo droog, dat ook het veld kan worden ontgonnen en er boeren in moderne bedrijven hun boterham, dit keer met beleg, kunnen verdienen.

Begin jaren ’50 start de ruilverkaveling van Maas en Waal. Sloten en wegen worden aangelegd en iedere boer krijgt zijn grond aan één stuk, dicht bij huis en omdat het dan grote akkers en weiden zijn, kunnen ze machinaal worden bewerkt.

Puiflijk krijgt door de ruilverkaveling nieuwe wegen als de Schutlakenweg en Zandkampweg. Er zijn overigens maar een paar boeren ook echt in het veld gaan wonen. Bor van den Heuvel verhuist naar de Veldstraat, net als Otto van der Zandt. Paul van Hoogstraten gaat wonen en werken aan de Kooistraat in het Leeuwense veld. Andere boeren op de Hucht kregen in het nieuwe verkavelde gebied wei hun akkers en weiden, maar ze bleven op hun oude hoeve wonen. Sommigen hadden het geluk dat ze de nieuwe kavels bij hun oude boerderij kregen.

Ruilverkavelingsboerderij aan de Veldstraat.

Er is op de Hucht maar weinig plaats en zo zijn er boeren die verhuizen omdat ze ergens anders hun vleugels wel kunnen uitslaan. Therus van der Zandt trok naar Afferden, waar uit zijn bedrijf ‘De Zandroos’ groeide. Herman van der Zandt bouwt een nieuwe hoeve aan de eveneens nieuwe Noord-Zuid op de plek waar eeuwen eerder het kasteeltje ‘Het Holt’ had gestaan.

Ook in Puiflijk waren er veel kandidaten voor nieuwe akkers en weiden aan de nieuwe, rechte wegen en sloten op keurig ontwaterd land. En er waren ook nog voordelige financiële voorwaarden, maar lang niet iedereen had geluk. Als Bernard Litjens moet wijken voor het oprukkende Druten-Zuid, bouwt zijn zoon Toon aan de Schutlakenstraat een nieuwe boerderij. Altijd was Puiflijk een dorp van boeren, boertjes en knechten. In de jaren ’50 zijn er nog steeds boeren op en rond de Hucht, maar het zijn alleen nog de grotere, de kleintjes hebben er geen toekomst meer.