Van R.K.W.V. naar FNV
Al in maart 1945 wordt de Rooms Katholieke Werklieden Vereniging (R.K.W.V.) weer tot leven gewekt. Op dat moment doen er twintig leden mee. Bijna een jaar later zijn dat er alweer negentig. De vereniging telt drie afdelingen: De Landarbeidersbond. De Fabrieksarbeidersbond en de Bouwvakarbeidersbond.
De werkliedenvereniging vindt als vanouds dat ze ook na de oorlog een taak heeft in de ontwikkeling van haar leden. In samenwerking met de N.C.B. worden er twee goed bezochte ontwikkelingsavonden gehouden en op 28 oktober 1946 wordt er in Druten een sociale school geopend. Zeven Puiflijkse arbeiders hebben zich er voor opgegeven. Uiteindelijk blijven G. van den Hazelkamp en J. de Kadt over.
Inmiddels heeft de arbeidersbond een andere naam gekregen. De arbeiders zijn voortaan lid van de Katholieke Arbeidersbeweging (K.A.B.). Net als de oude vereniging regelt de KAB het liefst van alles voor het welzijn van de leden. Concordia is haar verzekeringsmaatschappij, er is een Centraal Ziekenfonds en Herwonnen Levenskracht zorgt voor geld zodat t.b.c.-patiënten de nodige hulp krijgen. Het Kannunik van Schaikfonds haalt centen op om de studie voor priesters te ondersteunen.
De K.A.B. bemoeit zich met woningbouw en scholing en de Puiflijkse afdeling organiseert acties, loterijen, fancy fairs en jaarfeesten. In samenwerking met het Katholiek Thuisfront houdt ze drie bidweken voor onze jongens in Indië. De leden krijgen het blad ‘Herstel’ thuis bezorgd door B. van Leeuwen. Hij krijgt daar f 5,- voor. Van Leeuwen wordt ook de propagandist van de bond.
Het bestuur schrijft in 1948 een brief aan B en W, waarin ze vraagt om het behoud van de vijfendertig arbeidsplaatsen, die verloren dreigen te gaan nu de Klema, de kleinmetaalwarenfabriek aan de Hooistraat in Druten is afgebrand en dreigt te vertrekken. Van alles doet de standsorganisatie. Ze wil haar leden van de wieg tot het graf verzorgen. Ze koestert ze en elk jaar worden er bondsspeldjes uitgereikt aan trouwe leden. Voor de kinderen organiseren A. de Krijger en H. Schiks het jaarlijkse Sinterklaasfeest. Eerder deden dat Van Os, Gubbels en A. Janssen. Dat feest is altijd weer een succes, want tweehonderd kinderen doen er mee. De K.A.B. heeft ook een jongerenafdeling in de K.A.J. (Katholieke Arbeidersjeugd). Ze is de opvolgster van de Jonge Wacht en de Jonge Werkman. De jongeren organiseren ook van alles om geld voor goede doelen in te zamelen.
In 1950 viert de bond haar 25 jarig bestaan. Er wordt niet alleen feest gevierd, maar er wordt ook tijd besteed aan bezinning, geheel in de katholieke traditie. De bezinningsdagen staan onder leiding van pater Donatus. Het thema van die dagen luidt: ‘De strijd van de Kerk voor een menswaardig bestaan’. Eindelijk hebben de arbeiders midden in de twintigste eeuw een vinger in de pap en zijn ze inderdaad op weg naar een fatsoenlijk leven, maar of dat aan de Kerk te danken is? In ieder geval zijn ze in de jaren ’50 vertegenwoordigd in het schoolbestuur, het Wit-Gele Kruis, het Gewestelijk Arbeidsbureau, de gezinszorg en de woningcommissie. Ze doen er toe. De vakbond is dan nog echt katholiek. Het Bisschoppelijk Mandement (een officiële brief) van 1954 is haar leidraad. In dat mandement schreven de bisschoppen dat katholieken geen lid konden zijn van de PvdA, de N.V.V. en de VARA. Nog steeds waren de ‘rooien’ een gevaar kennelijk. De ontwikkelingsavonden die dan nog worden gegeven bevestigen dat beeld. Rector Sinkens bijvoorbeeld praat op een van die avonden over het ‘Communisme is surrogaat’. Kaleweij heeft het over ‘God of beest’, kapelaan van Groningen over ‘Opvoeding’. Ga er maar van uit dat het over katholiek opvoeden gaat. Van de tachtig leden zijn er op een van die avonden gemiddeld twintig aanwezig.
Nog in 1955 kunnen de K.A.B. en de PvdA niet goed samen door een deur. Er is wantrouwen, want volgens K.A.B.-bestuurder De Kruif wil de PvdA nog steeds hetzelfde als de S.D.A.P. (Sociaal Democratische Arbeiderspartij) vroeger, al zijn ze ‘wat van kleur veranderd’. De Kruif vertelt dat de PvdA op een vergadering ‘wat heet aan gelopen met ons (heeft) gebroken’. Ze hebben daar al snel spijt van, maar vindt De Kruif, lees het Bisschoppelijk Mandement maar goed, dan sta je in de strijd niet met de mond vol tanden.10
In 1973 mogen voor het eerst de echtgenotes mee naar de feestelijke jaar vergadering. Tinus van Dinteren stopt dan als bestuurslid. Hij is dan ook vijftig jaar lid van de bond. Jan de Kadt volgt hem op. Secretaris Ben Reinders wordt herkozen. AI in die vergadering is er sprake van een samengaan van de drie grote vakcentrales N.V.V. (Nederlands Verbond van Vakverenigingen) C.N.V. (Christelijk Nationaal Vakverbond) en N.K.V., maar het C.N.V. wil niet. Er zijn dat jaar ook zorgen over de werkgelegenheid door de sluiting van veel fabrieken en de prijsstijgingen. Na de vergadering is er toch even tijd voor een glaasje en een dansje.11
Uiteindelijk fuseren op 1 januari 1976 het N.V.V. en N.K.V. en worden samen het FNV (Federatie Nederlandse Vakbeweging) Daardoor is er geen eigen katholieke vakbond meer. Wat er in twintig jaar allemaal kan veranderen.
Hoofdstuk XVIII.