Tijdens de Vriendendag op 9 september lichtte Jaap van der Veen, bouwhistoricus, voor het eerst zijn vermoeden toe: de Oude Toren is veel ouder dan gedacht. Inmiddels heeft u het ook al kunnen lezen in Dorpskrant Puiflijk van deze week.
Tot op heden wordt er algemeen van uitgegaan dat de Oude Toren van Puiflijk in de 15e eeuw is gebouwd, maar inmiddels wordt hier serieus aan getwijfeld. Het zou zo maar kunnen zijn dat de toren véél ouder is, mogelijk zo’n twee eeuwen!
Op basis van het standaardwerk Het Land van Maas en Waal van A.G. Schulte en het opgravingswerk in 1981 gaat men er algemeen van uit dat de toren is gebouwd in de 15e eeuw als laatste onderdeel van de middeleeuwse kerk. Of, met de woorden van Schulte: “De toren dateert waarschijnlijk uit de eerste helft van de 15e eeuw.”[1]
Jaap van der Veen, bouwhistoricus, is er van overtuigd dat dit niet klopt; ze moet veel eerder worden gedateerd. Waarom? Tijdens de Vriendendag van Stichting Oude Toren van afgelopen zaterdag 9 september legde hij dat uit.
Allereerst wijst hij op het materiaal waarmee de toren aan de buitenkant is bekleed, nl. tufsteen. Dat was kostbaar omdat het vanuit het buitenland (de Eiffel) moest worden aangevoerd en werd in ons land hoofdzakelijk toegepast in de romaanse bouwstijl van de 10e tot begin 13e eeuw. Bovendien zijn de spaarvelden aan de buitenkant als (laat-)romaans te omschrijven, evenals die aan de (bakstenen) binnenkant. Ook het weggebroken graatgewelf op de begane grond wijst op een romaanse oorsprong.
En dan is er nog de techniek. De torenmuren lijken te bestaan uit een buiten- en een binnenwand met een opvulling van veldkeien en ander steenmateriaal. Dit zgn. bouwen in kistwerk werd veel in de romaanse periode toegepast.
Kortom, zo vermoedt Van der Veen, de Puiflijkse Oude Toren stamt vermoedelijk uit de overgangsperiode van laat-romaans naar vroeg-gothiek, oftewel ergens uit de 13e/14e eeuw.
Nader onderzoek is nodig, zo besloot Jaap. Hij beloofde verder op zoek te gaan en de Vrienden van de Oude Toren van zijn verdere bevindingen op de hoogte te houden.
[1] Schulte, A.G.: De Monumenten van geschiedenis en kunst. Het Land van Maas en Waal (’s Gravenhage, 1986), blz. 101