Geharrewar om de kerken

Door de komst van de Fransen, hoopten de katholieken verlost te worden van de overheersing door de protestanten. Inderdaad kregen ze de vrijheid om hun geloof te belijden. Dat heeft zo haar gevolgen. Op 14 februari 1795 krijgen de Roomsen van Druten, ondanks verzet van de Hervormde koster-schoolmeester Loderus de sleutel van hun oude kerk terug. Onmiddellijk ‘benoemen’ ze de Afferdense kapelaan Van Merrewijk tot hun pastoor. Maar ambtman Van Bennekom, hoewel katholiek, dwingt ze terug te gaan naar de schuurkerk op bet Puiflijkse Middelveld. Dat doen ze, al kon dat pas op 13 maart, omdat die kerk weer eens blank staat.

Met toestemming van Pichegru keren ze op 18 maart al weer terug naar hun oude kerk, althans dat wilden ze. Tot 1800 echter, hebben de Drutense Roomsen niet in hun Middeleeuwse Godshuis kunnen kerken. Vanaf mei 1795 doen ze dat in huize ‘De Klok’, dat tegelijk kerk en pastorie is. ‘De Klok’ is aangekocht door de Roomse Drutenaren, hoewel de pastoor er niet blij mee is. Voor hem is het meer een stal. 7 Het huis staat aan de noordkant van de Kattenburg aan het Kerkplein, tegenover ‘De Gouden Leeuw’. De pastoor van Puiflijk, Antonius van Koolwijk, was bepaald ongelukkig met de actie van zijn Drutense parochianen. Heeft ie een nieuwe schuurkerk met pastorie, is de kerk van binnen prachtig versierd, nota bene door Drutenaar Johann Martijn Rieff en dan laten hem de parochianen van het boveneind van Leeuwen en van Druten in de steek. Hij en zijn Puiflijkse parochianen blijven zitten met een schuld van ruim 2000 gulden. Zijn oude parochianen uit Druten en het boveneind van Leeuwen betalen niet meer mee. Geldzorgen heeft de pastoor van Puiflijk altijd gehad, maar zoveel. .. 8

Rond 1750 was het schip van de kerk volledig vervallen.

Ook de Hervormden hebben wat problemen met hun kerkje. Tijdens de slag om en bij Puiflijk heeft het dorp zwaar geleden. Veel is er vernield of beschadigd. Ook het koor van de oude Middeleeuwse kerk, waarin de Hervormden hun diensten hielden, is min of meer een ruïne . Maar de tweeëntwintig protestanten, de nieuwe dominee Badon en de teruggekeerde koster-schoolmeester G. de Kat weten genoeg geld bij elkaar te schrapen om het gebouwtje weer bruikbaar te maken voor de eredienst. Ook zij kunnen dat niet zonder schuld. Maar wat is nou 40 gulden vergeleken bij de Roomse schuld? 9


Hoofdstuk VIII.