Een nieuwe kerk

De waterstaatskerk voldoet allang niet meer en de Puiflijkse parochie verlangt naar een nieuw en waardig godshuis. En het mag wel van de bisschop als het kerkbestuur kan aantonen dat de parochie de lasten voor de bouw van een nieuwe kerk kan opbrengen. Daarom stuurt het kerkbestuur een brief naar de bisschop waarin inkomsten en uitgaven worden opgesomd.

De R .K. kerk met pastorie, tuin en kerkhof gezien vanaf de Houtsestraat.

Zo geeft de gemeente f 3.000,-, heeft de parochie allerlei effecten ter waarde van f 5.924,25, is er een batig saldo over 1864 van f 1400,- en heeft ene juffrouw van Kouwen een wissel van f 800,- geschonken. Samen leveren deze inkomsten een bezit op van f 10.824,25. Daarnaast zijn er nog de ‘gewone’ inkomsten. Huis en tuin bijvoorbeeld leveren f 142,- op (Zou dat de pastorie zijn?), het tabaksland f 250,-, het weiland f 80,- , de akker f 11 ,-, de verhuur van de kerkbanken brengt f 270,- op en de collectes f 50,-. Samen bedragen de gewone inkomsten f 803,-. De ‘gewone’ uitgaven bedragen dat jaar f 403,- , zodat er een batig saldo is van f 400,-. Pastoor Franssen en kerkmeester Jan van Hoogstraten ondertekenen de brief. 11

Kerkpaadje vanaf Kerkstraat.

Op de hoek van de Kerkstraat en de Van Mekerenstraat stond een boerderij. Die is aangekocht en afgebroken en daar wordt de nieuwe kerk gebouwd. De parochie is allesbehalve rijk, maar architect C. Weber uit Roermond kan aan de gang. Zijn eerste ontwerp wordt afgekeurd, omdat het een te klein en te eenvoudig zaalkerkje is. Het tweede ontwerp valt wel in goede aarde, al heeft ingenieur van den Toorn, in opdracht van hoofdingenieur Ortt van de provincie, enkele kanttekeningen: Hij vindt de toren ‘wel wat groot en kolossaal’ het zou verstandig zijn, haar met 3.5 el te verlagen, zo is ze gelijk aan de lengte van de kerk. Het priesterkoor zou breder kunnen. De onderkanten van de ramen zitten, vindt Van den Toorn, wat te hoog. Zijn advies: ‘de onderdorpels dier ramen 50 duim lager te plaatsen, en daartoe de ramen met 50 duim te verlengen.’ Ook heeft hij bezwaar tegen de wijze van aanbesteding en het feit dat er maar een borg is, terwijl de termijnen voor de verschillende betalingen aan de aannemer wel wat groot zijn en dat kan wel eens problemen opleveren met de aannemer vooral als het niet zo’n goeie is. Verder gaat hij akkoord.

Kerkpaadje vanaf Houtsestraat.

Het nieuwe ontwerp wordt uiteindelijk voor f 35 .652,- uitgevoerd. Dat is maar liefst zo’n f 15.000,- meer dan begroot was. Het godshuis is een driebeukige hallekerk, ook al denk je aan de buitenkant eventjes aan een kruiskerk. Die schijn bedriegt, omdat het derde travee aan beide kanten van het priesterkoor, een beetje is uitgebouwd en grotere ramen heeft. Het gebouw is opgetrokken uit baksteen, met hier en daar natuurstenen accenten. De kerk is niet georiĆ«nteerd, want het koor met altaar is op het westen gericht.

De kruisribgewelven rusten op natuurstenen zuilen die versierde kapitelen hebben. Juist over die versierde kapitelen en andere gehouwen ornamenten is er onenigheid met steenhouwer J. van der Elft. Hij heeft ze niet gemaakt, omdat hij het contract te laat had ondertekend en opgestuurd. Daarom heeft het kerkbestuur die opdracht aan een ander gegund.

Van der Elft wil de gemaakte kosten en de gemiste winst verhalen op het kerkbestuur tot een bedrag van f 300,- Dat is 10% van de totale kosten voor steenhouwwerk. Een kerkmeester wilde uit eigen zak een schikking van f 200,- treffen, maar Van den Elft blijft bij zijn eis. Daarom wordt door het kerkbestuur de vredesrechter en dijkgraaf mr. Antonius Schouten geraadpleegd en neemt ze de Tielse advocaat A. Pijnacker in de arm. Het kerkbestuur krijgt het advies af te wachten wat Van den Elft en zijn advocaat Franken uit Nijmegen gaan doen, tenslotte zal Van den Elft moeten bewijzen dat hij kosten heeft gemaakt en winst is mis gelopen. De bisschop vindt, dat ze tot een schikking bereid moeten zijn, schrijft hij op 23 oktober 1868. Zo zal het wel gegaan zijn, want we lezen er niks meer over in de archieven. 12

Ciborie kerk Puiflijk; rechts onderkant met inscriptie.

Zo kan dan in 1870 de nieuwe kerk in gebruik worden genomen . Bovendien heeft het kerkbestuur de Inspecteur van het Geneeskundig Staatstoezicht voor Gelderland en Utrecht verzocht om rond de kerk een kerkhof te mogen aanleggen. De inspecteur is in Puiflijk op bezoek geweest en vindt dat het kan, want ‘de begraafplaats is gelegen op een afstand van meer dan 50 meter van de bebouwde kom van het dorp Puiflijk.’ 13 Het is in de streek de eerste neo-gotische kerk en de eerste kerk met bakstenen gewelven. Het is bovendien een van de laatste kerken die nog goedgekeurd moest worden door de Rijksoverheid.

Rechts vml. pastorie, links de vml. Johannes de Doperkerk.

Op de plek van de oude waterstaatskerk wordt de pastorie gebouwd en zo heeft ook de pastoor een waardig onderkomen net als Zijn Heer.

Vml. Johannes de Doperkerk, in 2018 verkocht tot groot verdriet van de katholieke geloofsgemeenschap van Puiflijk en Druten-Zuid.