Puiflijkse soldaten voor de paus

Als pastoor Van den Bosch op een zondag vroeg in januari 1866 in zijn zondagse preek vertelt over het gevaar dat de staat van Paus Pius IX loopt door de aanvallen van de Italiaan Garibaldi en zijn soldaten, dan zijn er, net als in veel andere Maas en Waalse dorpen, ook gelovige en vurige Puiflijkse jongemannen bereid, ook al beseffen ze nauwelijks waar het over gaat, om voor hun Heilige Vader te vechten. Ze gaan naar Oudenbosch, vervolgens naar Brussel waar ze worden gekeurd en een verbintenis tekenen. Dan reizen ze naar Parijs en verder naar Marseille. Dan gaan ze scheep naar Civita Vecchia, de havenstad bij Rome. Daar worden ze opnieuw gekeurd, worden ze goedgekeurd, krijgen ze het zouavenuniform aangemeten. Het uniform lijkt erg op dat van de berbersoldaten uit het Zouavagebergte in Noord Afrika, vandaar. Bijna alle jongens laten dan een staatsiefoto maken en daarna zijn ze klaar voor actie. Al zal het merendeel zelden vechten en zich veelal zeer vervelen.

Onbekende zouaven .

Zo vertrekt vanuit Puiflijk vertrekt Damianus de Wijze op 12 februari1839 geboren als zoon van Jozef de Wijze, de schoolmeester. Als hij in 1870 terug komt, trouwt hij met Antonia Belgers uit Druten. Damianus heeft dan werk als tabaksplanter. Antonia en Damianus krijgen twee kinderen Johanna en Gerardus, voordat het gezin naar de V.S. emigreert. Damianus sterft op 13 januari 1907 in Bay City Michigan, USA.

Ook broer Eduard de Wijze, geboren op 28 november 1840, wordt zouaaf. Als Eduard in 1870 weer terug komt, gaat hij werken eerst als metselaar, later als klompenmaker. Hij trouwt in 1873 in Appeltern met Hendrica Maria Brands. Samen krijgen ze twee zoons en een dochter. Eduard heeft in zijn tijd als zouaaf meegedaan aan de Campagne (veldtocht) en is gehonoreerd met de Mentana-medaille. In zijn jonge jaren gold Eduard als een wildebras, maar na terugkeer in 1868 blijkt hij een ernstig en vroom mens geworden. Hij overlijdt in 1914.

De arbeider Theodorus Derks, geboren op 2 oktoberl842, ging eind januari 1866 op weg, doet mee aan de Campagne in 1867 en keert in 1868 terug met de Mentana-medaille. Hij trouwt in 1872 met Gertruida van der Heijden. Ze krijgen drie zonen en drie dochters. Hij trouwt omstreeks 1883/84 voor de tweede keer, zijn bruid heet Petronelle Princen. Thé en Nel krijgen samen nog een zoon. Thé sterft in 1920 in Venray.

Ook Jan Smits is arbeider. Hij is geboren op 5 oktober 1844. 5 februari 1866 gaat hij weg en van 10 februari 1867 tot 16 februari 1868 is hij zouaaf. Merkwaardig genoeg wordt zijn lengte vermeld: 1.90 meter. Jan doet mee aan de Campagne van ’67 en ook hij krijgt de Mentana-medaille. Hij schijnt pas na zijn vijftigste te zijn getrouwd met een weduwe uit Oosterhout.

Roelof Megens is op 3 januari 1830 geboren. Hij was zouaaf van 17 februari 1866 tot 7 januari 1867. Op die dag is hij in een Romeins hospitaal overleden aan ‘de blaarroos.’ Ook zijn broer Antoon (21 juli 1841) is zouaaf geweest, deed mee aan de Campagne en kreeg de bekende medaille. Hij komt terug in 1868, trouwt in 1871 in Druten met de naaister Adriana Peters. Ze kregen vijf kinderen, twee dochters en drie zonen, waarvan er twee jong sterven. Zijn leven lang is hij arbeider geweest. Hij overlijdt in 1911 in Afferden.

Jan de Kadt, geboren op 11 augustus 1844, is tabaksplanter. Hij gaat 29 januari 1866 naar Rome, wordt Pauselijk soldaat, doet mee aan de Campagne, krijgt de Mentana-medaille en keert in 1868 terug. Hij trouwt in 1877 met Gerarda Willems uit Druten. Ze krijgen zeven dochters en drie zonen. Jan overlijdt in 1921 in Druten.

Antoon Schiks vertrekt op 6 februari 1866. De werkman is zouaaf van ’66 tot ’68, heeft de Campagne meegemaakt en de medaille gekregen. In 1870 trouwt hij met Wilhelmina van Sunten uit Dreumel. Ze krijgen zes dochters en zes zonen. Vijf dochters en twee zonen zijn jong gestorven. Zelf sterft Antoon in 1899.

Landbouwer Adrianus de Lorijn, geboren op 7 oktober1844 gaat, net als veel andere Puiflijkse jongens 29 januari 1866 op reis naar Rome. Hij deed net als de meesten mee met de Campagne, krijgt de bekende Mentana-medaille, maar ook de Bene Merenti-medaille. Hij trouwt in 1871 met Gertruida Henskus, werkt dan als arbeider en wordt vader van drie zonen en drie dochters. Hij overlijdt in Druten op 7 september 1906.

Over de laatste zouaaf uit Puiflijk, Hermanus Thijssen (3 mei 1840) is niet zoveel bekend. Hij is landbouwer als hij uit Leeuwen naar Rome gaat. Hij is zouaaf van 17 november 1867 tot 18 november 1869.15


Hoofdstuk XI.