Het verenigingsleven bloeit

SCP

Na Sparta (1913- 1917) en Spartania (1928- 1933) wordt het weer eens tijd voor een echte voetbalclub, vinden eind 1949 meester Piet van Haren, Bernard van Teeffelen, Chiel Zoetekouw, Albert van Dinteren, Jan Gerrits en Jac. (Kobus) van Leeuwen. Ze vonden P.S.V. wel aardig klinken als naam voor de nieuwe vereniging. Maar de vlieger ging niet op, want de KNVB was het daar niet mee eens, omdat er in de bond al een club met die naam was.

Vóór de Tweede Wereldoorlog bestonden er in Nederland verscheidene voetbalbonden. Er werd katholiek gevoetbald in de R.K.V.B., protestants in de C.N.V.B. De neutralen hadden de K.N.V.B., de N.A.S.B. (de voetbalafdeling van de Arbeiders Sportbond) en de N.V.F (Nederlandsche Voetbalfederatie). Tijdens de bezetting hebben de Duitsers aan die versplintering een eind gemaakt. Al die bonden werden gedwongen samen te gaan in de N.V.B. De ‘K’, als herinnering aan de Oranjes, verdween natuurlijk. Na 1945 bleef de N.V.B. Ze kreeg de ‘K’ weer terug, werd de enige voetbalbond en dat is zo gebleven.16

In al die bonden waren er verenigingen met dezelfde namen of afkortingen, maar omdat ze in verschillende bonden zaten, was dat geen probleem. In een bond verenigd, is dat wel een probleem. Daarom is er direct na de oorlog de afspraak gemaakt, dat alleen de club die het langst bestond de naam mocht houden, de andere moesten een andere clubnaam kiezen. Geen P.S.V. dus in Puiflijk. Er is op de Hucht natuurlijk langdurig over gesproken en van gedachten gewisseld welke naam geschikt zou zijn. Uiteindelijk kozen de leden voor SCP (Sportclub Puiflijk) . Opgericht op 1 maart 1950. Zeventien jaar na Spartania is er weer een voetbalvereniging.

Jarenlang zou het veld aan de Slootsestraat de thuishaven van SCP zijn.

In een tijd, waarin nog elke cent moest worden omgekeerd, koos de club voor het goedkoopste tenue: Een wit hemd en een zwarte broek. Zo’n hemd en broek had iedereen thuis nog wel ergens liggen. Dat eerste seizoen speelde SCP I in de laagste reserveklasse, dat kwam toen wel meer voor, maar ze werden wel direct kampioen, ook al omdat Victoria 3 uit Afferden in de kampioenswedstrijd een ongerechtigde speler had opgesteld. Die wedstrijd moest worden overgespeeld, thuis op het veld aan de Slink. SCP wint met 2 – 1 en wordt kampioen. Da’s mooi natuurlijk, maar het jaar erop degradeert het team alweer.

Het is in die dagen behelpen. Kleedkamers zijn er niet en een kantine of clubhuis al helemaal niet. Omkleden doe je op de zolder bij Toon Mulders en dan in ganzenpas naar het veld aan de Slink. De derde helft werd gespeeld in het café van Toon Mulders of van Markus tegenover de Oude Toren. Vergaderingen werden gehouden in de oude school, die van lieverlee een soort van dorpshuis is geworden.

Bernard van Teeffelen is in die beginjaren voorzitter, al heeft hij geen verstand van voetballen, zoon Ben is een tijdje secretaris en zoon Wim penningmeester. Het dagelijks bestuur kon dus thuis onder het eten vergaderen. Vader Bernard, geboren in het Benedeneind van Leeuwen, wordt een echte Puiflijkenaar, nadat hij met zijn vrouw Wilhemina Beck aan de Slootsestraat is komen wonen. Bernard is een gemeenschapsmens. Behalve voorzitter van SCP is hij eerder voorzitter van de RKSP, afdeling Puiftijk geweest, bestuurslid van het Burgerlijk armenbestuur, net als van het Wit-Gele Kruis. Als goed katholiek is hij erewacht bij processies, wachter bij het H. Sacrament tijdens het veertigurengebed. In zijn dagelijks werk als ambtenaar van de gemeente Druten was hij in de crisisjaren een vraagbaak voor velen die het moeilijk hadden. Als de jongens uit Indië terugkeren, helpt hij ze waar hij kan. Zo nodig stuurde hij ze naar de Centrale Werkplaats in Beneden Leeuwen om een opleiding te volgen, zodat er meer kans op werk was.

Omdat het veld aan de Slink onder de ruilverkaveling viel, moest de club verhuizen. Het wordt de wei van Wim Worsseling aan de Slootsestraat, waar Spartania ook al eens speelde. Er waren wel een paar voorwaarden: Worsseling wilde dat hij zijn paard op de wei kon laten grazen als er niet gespeeld werd, bovendien wilde hij een vervangende wei en die vond de club aan de Oude Koningsstraat bij de Noord-Zuid. Eigenaar Niek van Erp wilde die wei wel verpachten. En dan was er nog een wat merkwaardige voorwaarde: De club moest Wim waarschuwen als de wei tijdens melktijd in gebruik was. Een paard op je voetbalveld is ook niet alles. Hij (het kan ook een zij zijn geweest) schurkte nogal eens tegen de doelpalen, zodat het doel regelmatig scheef stond. Prikkeldraad helpt enorm, maar voor een wedstrijd moet je niet vergeten dat  prikkeldraad weg te halen en met een kruiwagen moet je eerst ook nog de mest afvoeren. Ook de voren in de wei maakten het spelen van de bal enigszins onvoorspelbaar.

Wapen gemeente Druten van voor samenvoeging met gemeente Horssen.
Huidige wapen van gemeente Druten.

De vijf elftallen, drie senioren- en twee juniorenteams, spelen dan al een tijdje in het groen-wit. In plaats van de kleuren van de heren van Puiflijk, zwart en wit, spelen ze voortaan in de kleuren van de heren van Druten, omdat die kleuren in het gemeentewapen zitten.

Kampioen in 1971. Achterste rij v.l.n.r. : Henk van Hulst, Toon Groenen, Wim van de Geijn, Wim Mulders, Herman Reijers, Jo van de Pol, Jan Mooren. Middelste rij v.l.n.r.: Hans van Hees, Joop Bloemberg, Willy van de Pol, Cor Schoenmakers, Joop van de Geijn, Piet van Deijzen, Piet Ariëns. Voorste rij v.l.n.r.: Henk de Vaan, Hans van Heesch, Hans Nienhaus, Arie van de Geijn, Wim Vos, Cees van Deijzen. Liggend: Cees van der Zandt .

Bij de wei wordt een barak gebouwd, zodat de spelers zich fatsoenlijk kunnen omkleden, maar douchen is er nog niet bij. Een paar teilen water uit de pomp van de familie Van Sommeren, daar moeten de sporters het mee doen. En zo zijn er nog wel meer problemen. De KNVB keurt bijvoorbeeld de wei in 1957 af, juist omdat het te veel een wei is. Desondanks werd SCP I dat jaar kampioen, toen ze de laatste wedstrijd met 4 – 2 wonnen van DSZ. Het jaar erop kunnen de 98 leden zelfs trainen bij het licht van drie lampen. Toch volgen er wat slappe jaren, vooral door geldgebrek. Van alles wordt er verzonnen en geprobeerd, soms samen met de wandelclub ‘Steeds Paraat’. Als je betaalt, mag je raden, hoe zwaar de bestuursleden van beide verenigingen samen zijn. Wim de Krijger bedenkt de ‘zegeltjesactie’. Sparen met zegels van de zeeppoeder. Frans Jacobs begint in 1960 met een toto en ook die bracht geld op, net als loterijen en fancy fairs met het rad van avontuur in de oude school.

Meester Van Haren krijgt als voorzitter van de fanfare K.N.A. het heen en weer van SCP. De voetballers worden regelmatig kampioen en even regelmatig degraderen ze weer. Piet van Haren verzucht dan eens: ‘We blijven niet aan de gang met huldigen’, want bij ieder kampioenschap marcheren de muzikanten met de voetballers door het dorp.

Na de dood van pastoor Bodenstaff, wordt de nieuwe pastoor Schoenmakers in 1961 ook de nieuwe adviseur. 1967 is een rampjaar voor SCP. De club moet het dorp uit. Het gemeentebestuur wil dat zoveel mogelijk verenigingen op één complex gaan voetballen, hockeyen, tennissen, zwemmen en schieten. Eén groot sportpark voor de hele gemeente op de Gelenberg, alleen Deest mag thuis blijven, voor hen is de Gelenberg te ver. Jaren van chagrijn, ver van het dorp, alleen de trouwste fans komen nog kijken. Het eerste jaar werd er nog wel in bet dorp getraind, maar dat was wel een heel gedoe. Trainen aan de Kerkstraat en douchen en omkleden bij Wim Mulders aan de Koningsweg bij de linde. Na dat jaar werd er ook getraind op de Gelenberg. Afgezien van de gebruikelijke kampioenschappen en degradaties, gebeurt er weinig opzienbarends.

In 1980 telde SCP honderd leden, werd Wim Mulders erelid, omdat hij tien jaar voorzitter was geweest en kreeg Wim van de Geijn de zilveren KNVB-speld voor al zijn werk voor de club. De jeugdafdeling groeide en bloeide en die 178 kleintjes kun je niet bij nacht en ontij naar de Gelenberg laten fietsen. Er moet weer een veld in het dorp komen. In 1983 schrijven voorzitter Wout Boonstoppel en secretaris Tonny de Goeij namens heel SCP en Puiflijk een brief aan B en W. Oud-voorzitter Wim Mulders, thuis op het gemeentehuis toen hij raadslid was, steunt het verzoekschrift vanzelfsprekend. Het veld komt er. Het wordt aangelegd in een voormalige boomgaard van Van Gelder. Vooral dankzij de inzet van velen en in het bijzonder dankzij de inzet en deskundigheid van Wim Mulders en het bestuur heeft Puiflijk weer een voetbalveld in het dorp.17

In 1985 mogen ze er een kantine bij bouwen en wethouder Van den Hazelkamp, Puiflijks van kruin tot teen, mag in december van dat jaar sportpark ‘Schravenhof’ openen. Na zeventien jaar is SCP weer thuis.Van den Hazelkamp: ‘Dankzij Wim Mulders, Wout Boonstoppel, George van ’t Veer en Wim van de Geijn. Deze mensen hebben de rest van de vereniging gestimuleerd, zodat nu op een fraai complex kan worden gespeeld.’ Vervolgens knipt hij het doek met daarop ‘Gelenberg’ doormidden en verschijnt erachter een doek met de naam ‘Schravenhof’. Alles bij elkaar: drie wedstrijdvelden, een trainingsveld, een zandoefenhoek, vier kleedkamers, een kantine met toiletten en bestuurskamer, twee kleedkamers voor scheidsrechters, een ballenhok en een grote parkeerplaats. Later zal er nog een keuken bij komen en een kassahuisje. Verlichting is dan al jaren normaal.