Grondzwaeij (4)
Rond 1450 staat er een hofstad op het ‘Soet Weike’ in het noorden van de Puiflijkse dorpspolder. De hoeve is gebouwd door de Dreumelse jonkerfamilie Van der Poll. Godert van der Poll woonde in die tijd op het Huis te Leeuwen, niet zo ver van het ‘Soet Weike’ . Deze Godert bouwt bij de boerderij een kapel, gewijd aan bet Heilig Kruis. Elke week worden er twee missen gelezen voor de bewoners, knechten en wellicht ook voor de omwonenden, want de kerk van Puiflijk is ver weg.
Rond 1560 woont nog steeds familie van Van der Poll op de hoeve. Dit keer is het neef Johan Mom, ook een jonker. Zoon Jacob is er geboren. Later zal hij net als zijn vader ambtman worden. Tijdens de Hervorming verliest de kapel haar functie. Ze wordt een schuur of raakt in verval.
Pas in de achttiende eeuw horen we weer van de Grundewaaijse Bouwing als in 1713 de bewoner Jan aan de Grondwaaij een brandbrief krijgt thuis bezorgd. De hoeve gaat in rook op, maar wordt herbouwd. Ze wordt in 1784 bewoond door de familie Schouten en heeft dan ongeveer 60 morgen land. Begin negentiende eeuw wordt het huis gesloopt en verhuist de familie Schouten naar Druten. Later is het land in handen van de familie Van Bentinck Aldenburg.8
Hoofdstuk V.