Gericht
Rechtszittingen werden gewoonlijk gehouden in de kerk. Zo zal ook de Puiflijkse kerk toneel zijn geweest van talloze zaken. De heer was ook richter en geassisteerd door twee edelmannen heeft hij recht gesproken. Puiflijk was een dagelijks gericht, dat betekent dat zware misdrijven en halszaken verwezen werden naar Bergharen.
Maar zaken als ruzies over grond, belastingen of erfenissen werden beslecht door de heer van Puiflijk. Soms zit de ambtman van Maas en Waal het gericht voor. Zo is er op 10 maart 1367 een rechtszitting over de overdracht van grondbelasting aan zuster Catharina van Groesbeek, non in het klooster van ’s Gravendaal in Asperden. De zuster en haar familie bezitten grond op de Hucht. De ambtman en richter van Maas en Waal is dan Willem van Druten. Hij spreekt recht in de streek namens de Gelderse hertog (de graaf is inmiddels hertog geworden). De assistenten van Willem, die dag waren Otto van Puflic en Wouter Pyck. Ze moesten de financiële zaken regelen voor de Groesbeekse zuster. De non had recht op twee lijfrentes, die betaald moesten worden door Puiflijkse pachters. De ene lijfrente moest Udo de zoon van Otto Pyck opbrengen, de andere lijfrente moest Peter Vlugghen betalen, al werd zijn naam toen geschreven als Wulgart. 18
Het gericht bepaalde ook hoeveel de belasting bedroeg en wanneer ze moest worden voldaan. Udo moest op 22 februari jaarlijks 5 pond, 5 schillingen en 10 penningen afdragen, Peter 5 pond en wat kleingeld.19 Bleven de heren in gebreke, dan kon de zuster de ambtman vragen het bedrag in te vorderen of beslag te laten leggen op goederen om ze te verkopen.
Dat Catharina van Groesbeek hier grond had is niet zo merkwaardig, want haar vader Telman is jaren ambtman in Maas en Waal geweest. Daarom is hij ook dijkgraaf en richter. Bij faillissement en beslaglegging stond hij met de neus niet alleen vooraan, maar viel er ook mee in de boter, zogezegd. Voor een schijntje werd hij eigenaar van akkers of weiden. De familie komen we ook later nog tegen voor het gericht. Ze hebben zo’n 12 morgen op de Hucht en daar is wel eens wat over te doen. Zeker als er weer wat te erven valt. 20
Hoofdstuk III.