In de loop van de veertiende eeuw wordt de oude kerk op de terp grondig verbouwd. Het wordt een Gotische kerk met grote, lichte ramen, een vergroot koor, een bredere buik en later een heuse toren, die in ieder geval voor 1450 is gebouwd. Hij staat er nu nog. De toren is eeuwenlang de boodschapper voor het dorp, want de klokken worden geluid als de mensen moeten helpen om wegen te repareren, als er brand is, wanneer er gevaar van water of vijanden dreigt. En, o ja, de klokken luiden ook als er diensten in de kerk zijn. De patroonheilige van de kerk is Johannes de Doper. Als je rijk was, kon je in de kerk worden begraven. Dan was je een rijke stinkerd. De armen werden buiten in de hof van de kerk begraven.