KNA: Kunst na arbeid
In de Maas en Waler van 15 april 1915 biedt de fanfare ‘de Gulden Harp’ uit bet Boveneind van Leeuwen het vaandel en 19 instrumenten te koop aan. Pastoor Jacobs leest dat en hij denkt dat het een uitgelezen mogelijkheid is om voor niet te veel geld in zijn dorp een fanfare op te richten om allerlei feestelijkheden in het dorp op te luisteren. Een probleem is wel dat de pastoor zelfs niet een klein beetje geld heeft, hij heeft helemaal niks. Daarom nodigt hij wat rijke boeren uit voor een avondje op de pastorie. Als de pastoor heeft verteld wat hij wil en hoe ze hem kunnen helpen, willen ze vooral niet voor elkaar onderdoen. Zodoende heeft de zieleherder aan het eind van de avond f 250,- in de knip en kan hij de instrumenten in het Boveneind kopen. En er hoeft geen naam te worden verzonnen, want de zangvereniging ‘Kunst Na Arbeid’ is ter ziele, maar het vaandel is nog in uitstekende staat. Goedkoper kan niet. Op 25 oktober 1916 is het allemaal officieel, de fanfare heeft statuten en daarmee is KNA een echte vereniging. Niet alleen voor muziek maar ook voor toneel. Het eerste bestuur bestond uit de heren W. de Klein, Waltherus van der Zandt, Cornelis van Hulst, Antoon Mulders, Antoon van Hulst en Gerard Eggenhuizen. Ze zullen ook meegespeeld hebben, andere muzikanten uit die tijd kennen we niet. Wel kennen we de eerste dirigent. Dat is W. Dekkers, de timmerman die de ramen en kozijnen voor de meisjesschool maakte. De Drutenaar sloeg in zijn vrije tijd kennelijk met veel plezier de maat.17 Op 17 februari 1917 besluit de raad de fanfare een jaarlijkse subsidie van f 50,- toe te kennen.18