Crisisjaren

Na 1925 schenen de naweeën van de Eerste Wereldoorlog overwonnen. Er leek een zonnige toekomst te wachten, zeker in het land van de onbegrensde mogelijkheden: de Verenigde Staten van Noord Amerika. In een roes van optimisme kochten vee! mensen aandelen in bedrijven, banken en instellingen in het volste vertrouwen ze later met winst te kunnen verkopen. En inderdaad, tijden lang bleven de prijzen stijgen, iedereen wilde wel zulke aandelen. ’t Leek alsof de bomen tot in de hemel groeiden, maar die aandelen stegen veel te ver boven hun eigenlijke waarde en zo sloeg op 24 oktober 1929 de bliksem in de beurs van New York. De aandelen kelderden tot een ongekende diepte. Schatrijk werd in een paar dagen straatarm. Het was het begin van een wereldwijde crisis, een depressie die jaren zou duren. En die depressie werd nog dieper, omdat er door de boeren vee! meer was geteeld, gekweekt en gefokt dan de mensen konden opmaken, zodat de prijzen voor granen, vlees en zuivel veel te laag werden. Ook de boeren raakten in de schulden.

De jongensschool van 1931.
Alle belangrijke personen op een foto bij de opening van de Sint Jozefschool.