Wielen bij Edenoord, ontstaan tijdens de doorbraak in 1784.
Andere rampen
De mensen hebben, getuige het vaak wanhopige verzet, de belastingen ervaren als een ramp. Er waren echter meer rampen, watersnoden vooral. Alleen al tussen 1700 en 1800 zijn er onder andere overstromingen in 1709; 1726; 1740; 1741; 1744; 1757; 1776; 1781; 1784 en 1799. 17
In al die jaren viel er niet te zaaien, te maaien of te oogsten. Telkens weer honger en armoe, ziekte en ellende. Maar in de andere jaren was de streek evenmin een hoorn van overvloed. Vooral ’t Veld, ’t gebied tussen de Waal- en Maasdorpen, blijft een woest, leeg en drassig onland, vol kwelwater en regenwater dat niet weg kan. Vaak kan er maanden worden gevaren tussen Leeuwen en Ewijk. 18 De oorzaak zit ‘m in de sluizen in de Maasdijk, die al eeuwen alleen maar open kunnen als het water in de rivier lager staat dan in het Land van Maas en Waal. Als dat het geval is, kan er worden geloosd. Maar o wee, als dat niet kan. De bovendorpen probeerden dan goed- of kwaadschiks hun overtollige water kwijt te raken in de polders van de benedendorpen en die doen natuurlijk alle mogelijke moeite om dat te voorkomen. Ze verhogen de zijtwenden, zoals de Scharenburg, en ze houden de schutlakens dicht, vooral het Horssense. ’t Puiflijkse schutlaken bestaat niet meer, het is bij een watersnoodramp in 1709 weggespoeld en daarna niet meer herbouwd. Sindsdien ligt er op die plek een brug. 19 In hun nood steken de bovendorpen de dwarsdijken door, gooien de schutlakens open of vernielen ze, ook al zijn er sluiters, die zijn aangesteld om de schutlakens op tijd te openen of dicht te maken. Schade lijdt iedereen en Puiflijk in ieder geval.20 Het is een eeuwenoud verhaal.
In deze tijd wordt er al gesproken over windmolens om al het water te lozen, maar er is natuurlijk ‘weer het nodige gesteggel over wie wat moet betalen en waar ze moeten worden gebouwd. Uiteindelijk komen ze er, maar ze zijn niet in staat de polder droog te malen. De molens kunnen niet meer dan 1 meter opvoerhoogte met hun scheprad overbruggen.21