Uitgetuft

Al jaren zijn er `snorders’ die passagiers en goederen wegkapen voor de neus van de tram. De weduwe van Koolwijk uit Wamel en Hoenderop uit Leeuwen hebben zelfs vergunning in die jaren om passagiers te vervoeren. Huisman uit Wamel, JurriĆ«ns, van Echteld en Van Os uit Leeuwen mogen vracht van hot naar her brengen. En ook Druten heeft een busonderneming `Zeldenrust’ van de broers Boel en Henk Koppers. Ze wonen naast het ‘Witte Huis’ aan de Hogestraat.

Al die bedrijfjes kunnen goedkoper werken dan de trammaatschappij, omdat die bedrijfjes familiebedrijven zijn, ze hebben geen hoge loonkosten voor directie of administratie. Bovendien hebben ze geen vaste werktijden: ze kijken niet op een uurtje.

In 1927 krijgt ook de trammaatschappij vergunning om met bussen mensen te vervoeren, in 1928 gevolgd door een vrachtvergunning. Toch is de directie niet tevreden: ze wil het alleenrecht, want ze beseft dat het boemeltje haar beste tijd heeft gehad. Ook al omdat er een moderne betonweg tussen Nijmegen en Druten wordt aangelegd, overigens, vooral in de winter en door werklozen. De stationschef, J. Frederiks, is in 1931 naar Nijmegen geroepen, zodat Druten geen zelfstandig station meer heeft. De Maas en Waalse maatschappij houdt het niet vol tegen alle concurrentie.

In 1933 koopt de N.V. Maasbuurt Spoorweg uit Gennep de tram op. De Limburgse onderneming gaat over op het gebruik van bussen. Die zijn modern, comfortabel en snel. Zo rijdt dan ook op 28 februari 1934 de laatste tram van Wamel naar Nijmegen door Druten. Ze is dan uitgetuft en verdwenen uit het straatbeeld. De Van Heemstraweg verbindt nu de dorpen aan de Waalkant, althans tot Druten.

Model van de voormalige stoomtram Maas en Waal.

Uit: Cor van den Heuvel: Mensen van Druten. Een geschiedenis.