Wee den vergetenen

Als minister Colijn de streek in de rampmaand bezoekt, zegt hij dat er geen sprake is van een nationale ramp, er zijn immers geen doden gevallen.13 Minister-president de Geer is dat met hem eens. Bovendien zijn de Maas en Walers zelf schuld. Moet je maar niet in zo’n gebied gaan wonen, want je weet dat zo’n ramp kan gebeuren. Eigen schuld, dikke bult, zegt de minister-president dus eigenlijk.14

Dat was een jaar eerder heel anders. Toen verwoestte een windhoos grote delen van Borculo. Zo’n natuurgeweld is niet te voorspellen of te voorkomen. Die mensen hebben daarom recht op een royale schadeloosstelling.15 Die schade toen werd overigens volledig gedekt door de ingezamelde centen. Ook in 1927 raast er weer een cycloon over bet oosten van Nederland en opnieuw is het volk gul en ruimhartig en ook dan kan ieder slachtoffer tot tevredenheid worden geholpen.

De watersnood heeft een schade van ruim 10 miljoen gulden aangericht. Slechts de helft is vergoed, de andere helft is gedragen door vooral de armsten in de streek.16 In Limburg en Noordbrabant heeft in 1926 de watersnood ook huisgehouden. Daar is de schade ruimhartiger vergoed dan in Maas en Waal. Het stak de mensen hier. Op 11 mei 1926 is er een massale bijeenkomst in Puiflijk. De mensen zijn kwaad op alle commissies, comités en organisaties die moesten zorgen voor de wederopbouw. Huub van Heiningen schrijft daarover:

Want het gerucht ging ondertussen, dat de nieuw te bouwen woningen met hypotheek zouden worden belast. Dat werd onmogelijk geacht vooral ook omdat de arbeiders vaak nog op zware lasten zaten van de hypotheek op een door de vloed verwoest huis. Klachten waren er ook over het herstel van beschadigde huizen.’ De arbeiders moeten te lang wachten. De boel rot weg. Op de eene dag krijg je bericht ge kunt beginnen en op de andere dag weer dat je moet afbreken. ‘Er werd weer met algemene stemmen een motie aangenomen, waarin werd verlangd, dat er nu eindelijk ook eens iemand uit arbeiderskringen een plaats zou krijgen in het Bouwbureau en de watersnoodcommissies. Daarop werd niet gereageerd en in sommige dorpen werd ‘de bond’ fors tegengewerkt door het burgerlijk en kerkelijk gezag. Er werden ook mens en ontslagen door werkgevers die heel openlijk bekend maakten geen ‘georganiseerden’ in hun dienst te zullen handhaven. 17

De vier huisjes van de Schuytstichting aan de Houtsestraat.

Het zal duidelijk zijn, dat al die mensen, bijeen op de Hucht, voorlopig niets zouden bereiken. In Druten was inmiddels een afdeling van het Bouwbureau ‘Watersnood’ aan het werk gegaan. Veel taxateurs werden erop uit gestuurd om schade op te nemen. De Stichting Maas en Waal zal de administratie van en voor de hypotheken voor de nieuwe huizen gaan verzorgen. Hoe die nieuwe lasten moeten worden opgebracht is velen een raadsel, want in 1926 kan er nauwelijks worden geoogst, zodat in 1927 bijna niemand de verplichte aflossing kan betalen, maar welke smeekbede van wie dan ook is aan dovemans oren gericht, de bestuurders blijven onwillig.

Steen die herinnert aan de schenking van een huis door het Belgische Rode Kruis.(www.museumtweestromenland.nl)

In 1928 wordt de Schuytstichting opgericht. Ze is genoemd naar de sociaal bewogen burgemeester van Wamel die op 28 mei 1927 was overleden. De Telegraaf start een actie om geld in te zamelen zodat er huizen kunnen worden gebouwd voor de bezitlozen. Ook in Puiflijk worden door de Stichting vier huisjes gebouwd in twee blokken van twee aan de Houtsestraat.

Watersnoodhuizen aan de Koningsweg.

Er is nog lang gesteggeld over de hypotheken. De overheid bleef kil, arrogant en benepen, terwijl er geld genoeg was.18 Uiteindelijk hebben het werk van de Schuytstichting, de acties en publicaties van de Telegraaf geleid tot het kwijtschelden van de hypotheken, ook voor de bewoners van de watersnoodhuisjes aan de Koningsweg. Een van die huizen is geschonken door het Belgische Rode Kruis uit dankbaarheid voor de hulp aan Belgische vluchtelingen tijdens de oorlog van 1914- 1918. Op 14 april 1927 heeft Prins Hendrik dat huisje officieel overgedragen.19

De gevolgen van al het onrecht zijn nog voelbaar in de jaren ’30. Veel Maas en Walers hadden geen vertrouwen meer in al die zuinige en gevoelloze bestuurders door wie ze waren ‘vertrapt’.20