Winter en voorjaar

De mannen vrezen de winter. Uitgerekend oudjaar ’39 begint een barre en strenge winter die tot 12 maart duurt. De soldaten hebben dan al een lange, sombere decembermaand achter de rug waarin alleen Sinterklaas, het bezoek van Prins Bernhard en de kerst kleine lichtpuntjes zijn geweest. In plaats van bouwen, moeten ze ijs hakken, want het gebied dat onder water is gezet om de Duitsers tegen te houden, moet wel open water blijven, anders schaatsen ze zo ons land binnen. Ontzettend veel kou hebben ze geleden en hun onderkomens bieden weinig warmte, laat staan gezelligheid. Die vinden ze bij hun ‘pleeg’gezinnen.

En dan wordt het toch nog lente. De militairen wandelen verbaasd en verwonderd langs alle boomgaarden in het dorp. Zoveel bloesempracht hebben ze nog nooit gezien. Even vergeten ze de onheilspellende tijdingen uit het oosten.5

Bloesempracht.

Rond het dorp zijn mitrailleurstellingen en tankvallen gebouwd en er is een hulpverbandpost ingericht. Bij Van den Oever aan de Puiflijkse straat, eigenlijk al Boven Leeuwen, staat het luchtafweergeschut. Het werk aan de Maas en Waalstelling is dat voorjaar nog lang niet af. De regering is buitengewoon zuinig met materiaal en stelt veel te weinig, en dan nog mondjesmaat, beschikbaar. De soldaten regelen daarom zelf het een en ander aan hout en Bergharens zand. En eindelijk heeft het 1e bataljon op 11 april haar eigen enige en echte soldatenkantine bij de jongensschool. Een prachtige barak met een echte bar en gordijntjes van boerenbont.6

Soldatenkantine bij de jongensschool.

Voor sommigen duurt de mobilisatie al zo lang, dat wat hen betreft de ‘Mof’ nu wel mag komen. Ze lusten ‘m rauw. Anderen denken dat Duitsland onze neutraliteit respecteert. Ze hopen tegen beter weten in, dat de bui zal overwaaien.

Korporaal D.A. de Korte schrijft op 9 mei in zijn dagboek dat ‘de lucht vol zit met geruchten’. Een Duitse aanval zou best eens kunnen plaatsvinden. Hij schrijft ook dat de stellingen met onderkomens die bijna klaar waren, moesten worden afgebroken. Voor niks gewerkt dus. De korporaal spot wat met het eten, want ze kregen een ‘rijk menu’. Dat wil zeggen soep, piepers, spinazie en vlees. Het toetje, choco ijs, moesten ze zelf betalen. De Korte zou graag met verlof gaan met Pinksteren omdat hij elk moment vader kan worden, maar alle verloven zijn ingetrokken.7